Assertief?

Toepassing TOPOI

Doelstellingen

  • De onderliggende visie op culturele identiteit kunnen detecteren in een casusverhaal.
  • Een casus kunnen analyseren op basis van het TOPOI-model.
  • Alternatieve handelingsmogelijkheden formuleren bij een casusverhaal op basis van de 6 competenties voor leren VOOR diversiteit

Timing



Middellang (groot deel van een lesuur/volledig lesuur)

Richtlijnen

Met wie?

  • De voorgestelde werkvorm ‘Denken-delen-uitwisselen’ vereist een samenwerking in duo’s.
  • Deze oefening kan ook individueel gemaakt worden. Op deze manier gaat echter de meerwaarde van het samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis.  verloren.

Voorbereiding

Voorzie per duo:

Opdracht

Een Iraanse leerling zit in het tweede jaar van de opleiding TSO Handel. Ze heeft een lichte lichamelijke handicap waardoor ze gebruik maakt van een wandelstok. De leerling is stilletjes en wat teruggetrokken. Tijdens de discussies in de les heeft ze het moeilijk om voor haar mening uit te komen en kritisch te reageren op vragen en opmerkingen van anderen. 

Haar leraar heeft hierover een gesprek met haar. Hij vraagt of haar moeite met assertiviteit te maken zou kunnen hebben met haar culturele achtergrond. De leerling beaamt dit opgelucht en zegt dat ze zich thuis onmogelijk assertief kan opstellen tegenover haar ouders. Ze zegt dat ze er zelf ook last van heeft dat dit haar moeilijk afgaat. 

Dit plaatst de leraar voor een dilemma. Enerzijds vindt hij het van belang dat zijn leerlingen zich kritisch en assertief opstellen maar anderzijds past assertiviteit blijkbaar niet in de cultuur van deze leerlingen. 

Geef individueel een antwoord op onderstaande vragen. Tracht vervolgens om samen met je partner tot consensus te komen. Tot slot wijst de docent enkele duo’s aan die hun oplossingen presenteren aan de andere studenten. Deze laatsten pikken hierop in indien ze andere oplossingen hebben.

  1. Op welke manier kijkt de leraar hier naar culturele identiteit?
  2. Analyseer bovenstaande casus op basis van het TOPOI-model. Op welke wijze zijn de elementen taal, ordening, personen, organisatie en inzet relevant voor de interactie die hier plaatsvindt? Niet alle elementen hoeven noodzakelijk relevant te zijn.
  3. Wat kan de leraar doen? Geef deze mogelijkheden ook weer volgens de relevante elementen van het TOPOI-model. Laat je hierbij leiden door de 6 competenties voor leren VOOR diversiteit.

Nabespreking

Mogelijke analyse

Uit deze casus blijkt duidelijk de valkuil van de culturaliserende benadering. De leraar verklaart bij voorbaat het hele gedrag van de leerling vanuit haar etnisch-culturele achtergrond. Vervolgens biedt hij haar, vanuit de beste bedoeling om respectvol te handelen, haar cultuur aan als excuus voor haar gedrag. Zo zet de leraar zowel zichzelf als haar vast. 

TAAL: Hier kan de leraar de volgende zaken in vraag stellen: 

  • Wat zijn de mogelijke misverstanden tussen de leraar en de leerling met betrekking tot het concept ‘assertiviteit’? 
  • Welke betekenis heeft assertiviteit in de leefomgeving van de studente: bv. onder haar medeleerlingen, in haar gezin en bij vrienden? 
  • Hoe komt de studente in deze contexten voor haarzelf op en geeft ze haar mening ook als die afwijkt van wat anderen denken? 
  • Wat betekent de opluchting voor de studente?
  • Wat bedoelt de studente wanneer ze zegt dat ze hier zelf ook last van heeft? Slaat dit in de eerste plaats op haar thuissituatie of op de schoolsituatie of beiden?  
  • Uit welk verbaal en non-verbaal gedrag van de studente blijkt dat ze niet assertief is?

ORDENING: De leraar, en later ook meteen de leerlinge, zien het vraagstuk meteen als een etnisch-cultureel probleem en bijvoorbeeld niet als een probleem dat haar parten kan spelen binnen haar opleiding en latere beroep. Daardoor gaat de leraar er wellicht snel van uit dat alle leerlingen met een niet-Belgische achtergrond problemen hebben met assertiviteit. 

PERSONEN: De Leraar lijkt hier als een respectvol, begrijpend persoon te willen overkomen bij de leerlinge, vooral ten aanzien van haar etnisch-culturele achtergrond. Dit gebeurt mogelijk onder invloed van de sterk levende sociale beelden: je moet andere culturen respecteren en je mag niet discrimineren. Ook het stereotiepe beeld van zogenaamde niet assertieve vrouwelijke ‘migranten’ heeft wellicht invloed op de beeldvorming van de leraar. 

ORGANISATIE: De leraar lijkt hier vooral een leidende positie in te nemen waardoor hij vooraf al veel invult voor de leerlinge. 

INZET: De leerlinge reageert opgelucht wanneer de leraar haar aanspreekt en erkent dat ze er zelf ook last van heeft dat ze zich moeilijk assertief kan opstellen. De leraar en leerling willen zich dus allebei inzetten om de assertiviteit bij de student te verhogen. 

Wat kan de leraar doen?

TAAL: De leraar kan verhelderen wat haar ouders, vrienden en directe leefomgeving verstaan onder assertiviteit en wat hij zelf daar als leraar  en vanuit het beroepsprofiel dat bij een richting Handelt hoort zelf onder verstaat. Verder kan hij erkennend doorvragen wat de studente bedoelt met de last die ze heeft van haar moeite met assertiviteit. En waarom ze opgelucht is omtrent zijn opmerking. Daarbij kan hij de mogelijkheden tot verandering verkennen. 

ORDENING: Hierbij zou de leraar ook andere mogelijke sociale relaties en posities van de studente kunnen onderzoeken: de lesgroep, thuissituatie, vriendenkring, … . Verder kan de leraar hen beiden bewust maken van de kloof tussen wat assertiviteit enerzijds voor haar en haar onmiddellijke omgeving betekent en anderzijds de gewenste assertiviteit voor de opleiding, maar ook de gemeenschappelijkheid dat ze beiden willen dat ze haar opleiding succesvol doorloopt en afrondt. Het is dus geen kwestie van of-of maar van en-en, vanuit haar verschillende sociale rollen als studente, dochter van haar ouders,….  Beleidsmatig kan de leraar binnen de opleiding met collega’s bespreken (en proberen overeenstemming te krijgen over) wat men verstaat onder assertiviteit, welke professionele relevantie deze heeft, hoe deze in de eindtermen expliciet naar voor komen en hoe deze competentie getoetst wordt. 

PERSONEN: Hierbij dient de leraar de studente niet enkel te zien als een Iranese maar eerder vanuit de verschillende componenten die haar identiteit uitmaken: studente, vrouw, Iranese roots, Belgische, dochter van haar ouders, licht gehandicapt, … . Bovendien kan hij zich bewust worden van de invloed die uitgaat van de sociale representaties en stereotype beelden die in onze samenleving leven. Eenmaal hij zich hiervan bewust is kan hij deze meer loslaten en meer onbevangen het gesprek aanknopen met de studente. 

INZET: De leraar kan een gaan nadenken hoe hij de leerling kan begeleiden om assertiviteit te verhogen en hoe hij hier feedback op kan geven zodat haar inzet erkend en verder gestimuleerd wordt. 

Alternatieven en transfer

Alternatieve werkvormen

Alternatieve toepassingen

  • Deze oefening kan ook kaderen binnen een stagepraktijk waarbin een incident of gebeurtenis waarin verschillende perspectieven aanwezigen zijn wordt geneanalyseerd op basis van het TOPOI-model.
  • Ook kunnen studenten aangespoord worden om op zoek te gaan naar casussen die op een gelijkaardige manier kunnen geanalyseerd worden.
  • Het TOPOI-model is slechts één mogelijke manier om een situatie te analyseren. Het is als een bril die je opzet om bepaalde facetten binnen een situatie waar te nemen. Men kan echter ook even goed een andere bril opzetten of zelfs intuïtief te werk gaan om zo tot dezelfde oplossingen te komen. Conform de visie op breed evalueren raden we dan ook aan om verschillende mogelijke oplossingsmanieren en uitkomsten aan te moedigen die aansluiten bij studenten hun competenties.

Transfer

  • Zowel het TOPOI-model als de 6 sleutelcompetenties voor leren VOOR Diversiteit kunnen toegepast worden in allerhande situaties waarin men zich bewust tracht te worden van de sociaal-culturele dynamieken die van invloed zijn op een gegeven situatie. 
Creative Commons License