Oudergesprekken in actie

Rollenspelen

Doelstellingen

  • De studenten oefenen gespreksvaardigheden en –technieken in.
  • Medestudenten analyseren rollenspelen op de gebruikte gespreksvaardigheden –en technieken.
  • Studenten geven elkaar feedback en oefenen zo hun feedbackvaardigheden.
  • De studenten leven zich in in ouders. 

Timing



Lang (één of meerdere lesuren)

Richtlijnen

Hieronder lichten we enkele mogelijkheden toe om met rollenspelen aan de slag te gaan. Dit doen we op basis van: Dirkse-Hulscher, S. & Talen A. (2007). Het Groot Werkvormenboek. Dé inspiratiebron voor resultaatgerichte trainingen, vergaderingen en andere bijeenkomsten. Den Haag: Academic Service.

In trio’s: met observator

  1. Er worden drietallen gevormd.
  2. De casus wordt toegelicht en rollen worden verdeeld: 1 iemand speelt de leraar, 1 iemand de ouder/opvoeder en 1 iemand observeert. Op basis van de theorie worden observatie-criteria aangereikt of een observatieformulier ter ondersteuning.
  3. Een timing wordt aangegeven. De begeleider geeft het startsein en loopt rond om de activiteit te stimuleren.

In trio’s: met souffleur

  1. Er worden drietallen gevormd.
  2. De casus wordt toegelicht en de rollen worden verdeeld: 1 iemand speelt de leraar, 1 iemand de ouder en 1 iemand is de souffleur. De secondant staat de leraar bij. De leraar mag de secondant om advies vragen of hem tussentijds vragen het spel over te nemen. Zo krijgt de leraar niet alleen de verantwoordelijkheid voor het resultaat en laat je de mogelijkheid om met verschillende aanpakken te experimenteren. Door 1 iemand een adviserende rol te geven benut je ook het leren-van-elkaar.
  3. Een timing wordt aangegeven. De begeleider geeft het startsein en loopt rond om de activiteit te stimuleren.

In trio's: met regisseur

  1. Er worden drietallen gevormd.
  2. Rollen worden verdeeld: 1 iemand is regisseur, 1 iemand is leraar en 1 iemand is ouder.
  3. De regisseur leidt een situatie in. De spelers krijgen eventueel de gelegenheid om bijkomende vragen te stellen.
  4. Het rollenspel gaat van start. De regisseur last time-outs in om aanwijzingen aan te geven. Als begeleider loop je rond om de activiteit te stimuleren.

Wat je zeker niet moet doen

  1. Er worden duo’s of viertallen gevormd.
  2. De begeleider leidt de casus in. Eerst wordt een rollenspel gespeeld via een omgekeerde toepassing van de gesprekstechnieken en –vaardigheden, dus hoe het helemaal niet moet. Vervolgens wordt de situatie (door hetzelfde of het tweede duo) gespeeld volgens de aangeleerde gesprekstechnieken en –vaardigheden. Als begeleider loop je rond om de activiteit te stimuleren.

Opdracht

De bronnenkaart Situatie-inspiratie rollenspelen rond oudercommunicatie kan inspiratie bieden bij het uitwerken van rollenspelen. Pas de situatie bij de uitwerking aan, aan de (toekomstige) context waar de (toekomstige) leraren terecht (zullen) komen.

Laat studenten de casussen zelf verder uitwerken voor zichzelf of voor elkaar. Ook het uitwerken van rollen is een aanzet om dieper te gaan nadenken over oudercommunicatie:

  • Welke stereotiepe beelden en vooroordelen hebben we over bepaalde ouders? Waaraan kunnen we dit wijten? Laten we ruimte voor meerdere perspectieven op bepaalde achtergrondsituaties?
  • Hoe is de aanloop naar het gesprek verlopen? Heeft de leraar vooraf voldoende contact gehad met de ouders zodat slecht nieuws bv. niet als een bom invalt? Heeft de leraar het gesprek voldoende voorbereid met voldoende ‘bewijsmateriaal’?
  • Is dit gesprek vooraf gegaan met een gesprek met de leerling afzonderlijk, met een leerlingenbegeleider, met…. ?
  • Baseer je eventueel op een gesprek uit je eigen verleden. Hoe heeft die leraar dat gesprek toen aangepakt. Kan je hieruit iets leren? Wat zou je anders doen?  

Nabespreking

  • Elke speler krijgt de gelegenheid om een punt te noemen waarover hij/zij te tevreden is en een punt waarover hij/zij niet tevreden is. Vervolgens licht de observator/souffleur/regisseur zijn observaties toe. De spelers stellen vragen aan de observator/souffleur/regisseur omtrent de punten die genoemd worden, zodat hier tips en aandachtspunten uit kunnen komen. Het is dus niet de bedoeling om met verdediging of uitleg te reageren.  Er wordt concrete en constructieve feedback gegeven.
  • In welke mate komen vooroordelen en stereotypen naar voor in de wijze waarop ouders worden nagespeeld? In welke mate belemmert dit het inlevingsvermogen in het perspectief van de ouders? 

Alternatieven en transfer

Alternatieve werkvormen

  • Nodig (een) acteur(s) uit in de klas om de rol van vader/moeder op zich te nemen.
  • Neem de rollenspelen op video op en laat studenten zichzelf en anderen feedback geven op basis van deze video-opnames.
  • In een veilig klasklimaat kan je ervoor opteren om slechts enkelen een rollenspel te laten uitvoeren (met de extra rol van secondant en regisseur) terwijl de anderen observeren en feedback geven.

Alternatieve toepassingen

  • Op basis van eigen ervaringen met communicatie met ouders of gedocumenteerde ervaringen van leraren in het onderwijsveld (bv. in het kader van de stage) met oudercommunicatie kan gewerkt worden met andere authentieke casussen die nagespeeld worden en al dan niet op film worden opgenomen.
  • Medestudenten kunnen vervolgens feedback geven over de gebruikte gespreksvaardigheden en specifieke gesprekstechnieken.  
  • Deze gesprekken kunnen ook geparodieerd worden (hoe het zeker niet moet), om vervolgens feedback te geven over hoe het beter kan.
  • Bij het naspelen van oudergesprekken kan ook de objectieve expert een rol krijgen.
  • Op basis van de tekorten die studenten ervaren in hun gespreksvaardigheden en –technieken kunnen ze bepalen welk soort gesprekken ze voeren. Iemand kan bijvoorbeeld aangeven dat hij/zij de neiging heeft teveel rond de pot te draaien bij het overbrengen van slecht nieuws, of aangeven dat hij/zij vaak met de mond vol tanden staat wanneer iemand aankomt met een klacht…

Transfer

  • Door gebruik te maken van videofragmenten wordt de leeromgeving verbreed ( leeromgeving verbreden De potentiële diversiteit aan ervaringen, interesses, leefsferen en competenties die je bij de leerlingen kan aanboren, wordt veel groter als je het leren laat plaatsvinden in een authentieke context in confrontatie met 'echte' problemen, als je met verschillende klassen en leeftijdsgroepen kunt werken of als je de leer- en leefomgeving ook opentrekt tot buiten de school. ).
  • Door studenten een rollenspel te laten opvoeren kunnen ze actief de praktijk van het communiceren met ouders ervaren.
  • Door studenten de rollenspelen in groep te laten analyseren werken ze via  samenwerkend leren Samenwerkend leren besteedt veel aandacht aan de wijze waarop lerenden elkaar waarnemen en met elkaar interageren. Op die manier kan je werken aan statusproblemen van zwakkere lerenden. De grote troef van samenwerken is dat uiteenlopende perspectieven sneller naar voren komen en kunnen leiden tot gezamenlijke opbouw van kennis.  aan  dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan.  en  leren-van-elkaar We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op ons zelf als op tradities, verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren.
Creative Commons License